Terrapene ornata
Terrapene ornata

Richtlijnen huisvesting en verzorging

Terrapene

Auteur: Bianca Kramer

Datum: januari 2022

Let op: de huisvestingsrichtlijnen van de NBSV zijn met zorg opgesteld. De auteurs zijn ervaren houders en kwekers van de bewuste soort(en). Zij hebben hun ruime praktijkervaring als kennisbron ingezet. De auteurs zijn geselecteerd en begeleid door een werkgroep van de NBSV. Omdat altijd sprake is of moet kunnen zijn van voortschrijdende inzichten, kunnen de richtlijnen in de loop van de tijd wijzigen. Het gaat daarom om richtlijnen en niet om een normstellend document dat bedoeld is om over te nemen als geldende regelgeving. De verschillende huisvestingsaspecten per soort behoren in onderlinge samenhang te worden gezien. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een kleinere huisvesting (dan de minimum omvang) voldoet als extra aandacht aan de inrichting is besteed. Niet de richtlijnen zijn maatgevend, maar het gedrag van dieren. Als voorbeeld: een schildpad die continue langs de rand van de huisvesting loopt, is niet goed gehuisvest. Dat kan aan de grootte van de huisvesting liggen, maar ook aan de inrichting ervan of zelfs aan beide aspecten.

Perspectief

Tabel 1: duiding van de natuurlijke habitat van deze soort.
  Klimaat
 
Gematigd
(Sub)tropisch
Woestijn/Steppe
Land
Moeras
 
Water
   

Ondersoorten

  • Terrapene ornata
  • Terrapene coahuila
  • Terrapene carolina
    • Terrapene carolina carolina
    • Terrapene carolina bauri
    • Terrapene carolina major
    • Terrapene carolina triunguis
    • Terrapene carolina mexicana
    • Terrapene carolina yucatana
  • Terrapene ornata
    • Terrapene ornata ornata
    • Terrapene ornata luteola
  • Terrapene nelsoni
    • Terrapene nelsoni nelsoni
    • Terrapene nelsoni klauberi

Herkomst

Verspreidingsgebied TerrapeneAfbeelding 1: verspreidingsgebied van Terrapenen in de Verenigde Staten en Mexico. De getallen corresponderen met de gebieden ❶ tot en met ❽ in de overzichten met klimaatgegevens.

Genetisch

Het verspreidingsgebied van de Terrapenen beslaat gedeelten van de Verenigde Staten en Mexico, zoals weergegeven in de kaart met het verspreidingsgebied. In gebieden waar meerdere ondersoorten elkaar overlappen, vindt er regelmatig natuurlijke hybridisatie plaats. Tot 14% van de Terrapenen in Oost-Texas bijvoorbeeld is een mix van Terrapene carolina en Terrapene ornata.

Vanwege de verschillende genetische kenmerken wordt in gevangenschap geadviseerd om dieren met een bloedlijn die herleidbaar is naar een specifieke geografische oorsprong, niet te kruisen met dieren met een andere geografische oorsprong. Het kruisen van dieren met een verschillende oorsprong leidt ertoe dat unieke kenmerken van een lokale vorm of ondersoort verloren gaan.

Biotoop

Het biotoop verschilt per ondersoort.

Terrapene carolina carolinaAfbeelding 2: Terrapene carolina carolina: velden, moerassige weiden, open bossen en oevers van rivieren en meren.Terrapene carolina bauriAfbeelding 3: Terrapene carolina bauri: wetlands, moerassen, geen naaldbossen, volwassen dieren ook op open velden.  Distinguished Reflections

Terrapene carolina majorAfbeelding 4: Terrapene carolina major: vrij aquatisch. Het dier wordt 25% van de tijd wadend, zwemmend of onder water aangetroffen.  Zachary Cava

Terrapene carolina triunguisAfbeelding 5: Terrapene carolina triunguis: leeft in open bossen, weilanden en drassige weiden.  Josh More

Terrapene carolina yucatanaAfbeelding 6: Terrapene carolina yucatana: alle doosschildpadden zijn dol op vochtigheid maar dit geldt vooral voor de Yucataanse doosschildpad die in de tropische bossen van het schiereiland Yucatan leeft. Ze worden zelden door mensen aangetroffen en worden vaak alleen gezien tijdens of na regen.  Jorge Armín Escalante Pasos

Biotopen TerrapeneAfbeelding 7: overzicht van biotopen van vijf van de zes verschillende ondersoorten van Terrapene carolina. (bron)  Michael T. Jones
Terrapene coahuilaAfbeelding 8: Terrapene carolina mexicana: leeft in gebieden met tropisch klimaat in vochtige bossen bij ondiepe regenwaterplassen.  William L. FarrTerrapene coahuilaAfbeelding 9: Terrapene coahuila: leeft in wetlands en heeft een beperkt verspreidingsgebied.  Jason M. JonesTerrapene ornata ornataAfbeelding 10: Terrapene ornata ornata: prairie en bos. Luchtvochtigheid 60%, in de natuur vaak ingegraven of in tunnels.  Devin EdmondsTerrapene ornata luteolaAfbeelding 11: Terrapene ornata luteola: vergelijkbaar met Terrapene ornata ornata, maar meer westelijk en dus droger. Ze geven de voorkeur aan droge, open prairiegebieden, maar zijn ook gevonden in graslandgebieden waar er een overvloed aan yucca is rond grasland.  Dick Bartlett

Terrapene nelsoniAfbeelding 12: Terrapene nelsoni.  Mike Pingleton
Terrapenen (doosschildpadden) zijn het meest actief in de lente en het najaar. In de zomer zijn actief in de ochtend of namiddag of na regenbuien. De meeste activiteit vindt plaats op warme, zonige dagen met een hoge luchtvochtigheid en frequente regenval. Bij warm weer wordt het water opgezocht, maar diep water wordt vermeden omdat het geen heel goede zwemmers zijn. Tijdens de zomer kunnen ze samenkomen in modderpoelen om zich in te graven of zich verstoppen in holen of rottende vegetatie.

Richtlijn: het terrarium dient voldoende beschutting te bieden.

Dit kan worden gecreëerd door de zij- en achterwanden dicht te maken. Ook met stukken hout of kurk en planten ontstaan er schuilmogelijkheden.

Richtlijn: het terrarium dient zowel droge als vochtige gedeeltes te hebben en dit dient zodanig diep te zijn dat de dieren zich compleet kunnen ingraven. Bij vrouwtjes moet het vochtige gedeelte groot en diep genoeg zijn voor het afzetten van eieren. Over het algemeen betekent dat “ten minste zo diep als het plastron lang is”.

Bij vochtig substraat kan gedacht worden aan biologisch tuinturf vermengd met zand en mos. In het drogere gedeelte kan gedacht worden aan houtsnippers voor reptielen.

Richtlijn: bied een terrarium aan waarin zowel warme als koude plekken te vinden zijn. Er dient een gedeelte te zijn waar de dieren zich kunnen opwarmen tot circa 35 °C. Het verblijf dient zodanig verwarmd te worden dat de temperatuur in de actieve periode ten minste 20 °C bedraagt.

Terrapene carolina lijkt de voorkeur te geven aan een omgevingstemperatuur tussen de 20 en 29 °C, voor Terrapene ornata ligt dat wat hoger.

Richtlijn: zorg voor UV(B)-straling. ’s Zomers kunnen de dieren bij een voldoende goede zomer buiten gehouden worden.

Richtlijn: het waterbassin dient gemakkelijk toegankelijk te zijn en voldoende plaats te bieden aan tenminste twee dieren. Verder dient het regelmatig te worden verschoond zodat de dieren te allen tijden toegang hebben tot schoon drinkwater.

Een niet te diep vijvertje is voor alle terrapenen aan te raden. Zwangere vrouwtjes brengen zowel de dagen vóór als na het leggen vaak in het water door. Ook bij hogere temperaturen zoeken de dieren graag het water op. Bij Terrapene coahuila is het water zelfs de voornaamste verblijfplaats. Ook Terrapene carolina major is zeer watergebonden.

Richtlijn: houd mannen en vrouwen bij voorkeur van elkaar gescheiden. Rivaliserende mannen dienen apart gehuisvest te worden.

Over het algemeen kunnen mannen en vrouwen het best alleen voor de paring bij elkaar gezet worden. Als het noodzakelijk is dat de dieren samen gehuisvest worden, zorg er dan voor dat er per man meerdere vrouwtjes beschikbaar zijn en dat er voldoende schuilmogelijkheden zijn. Bij stress de dieren scheiden. Vrouwelijke dieren kunnen zonder problemen samen gehouden worden.

Klimaatgegevens

Klimaat Midwest Amerika per maandTabel 3: gemiddelde temperatuur en neerslag in New York, New York City (locatie 1 op het kaartje).

Klimaat Noordoost Amerika per maandTabel 3: gemiddelde temperatuur en neerslag in New York, New York City (locatie 2 op het kaartje).

Klimaat Zuidoost Amerika per maandTabel 4: gemiddelde temperatuur en neerslag in Florida, Miami (locatie 3 op het kaartje).

Klimaat Zuidwest Amerika per maandTabel 5: gemiddelde temperatuur en neerslag in Texas, Houston (locatie 4 op het kaartje).

Klimaat Yucatan per maandTabel 6: gemiddelde temperatuur en neerslag in Cancún (locatie 5 op het kaartje).

Klimaat Centraal Mexico per maandTabel 7: gemiddelde temperatuur en neerslag in Mexico stad (locatie 6 op het kaartje).

Klimaat Noord Mexico per maandTabel 8: gemiddelde temperatuur en neerslag in Chihuahua (locatie 7 op het kaartje).

Klimaat Zuid Mexico per maandTabel 9: gemiddelde temperatuur en neerslag in Puerte Valarta (locatie 8 op het kaartje).

Richtlijn: het verblijf dient de mogelijkheid te bieden om op te warmen en dient qua temperatuurbeeld zo goed mogelijk de natuurlijke situatie na te bootsen (zie de overige richtlijnen).

Winterslaap/-rust

In het natuurlijke verspreidingsgebied houden veel van de ondersoorten een winterslaap of -rust.

Richtlijn: alleen dieren die in optimale lichamelijke conditie zijn kunnen in gevangenschap een winterslaap aan.

Bij twijfel over de gezondheid of het gewicht van een dier of bij nieuwe dieren is het beter om de winterslaap een keer over te slaan.

Richtlijn: bied Terrapene carolina carolina, Terrapene carolina triunguis, Terrapene ornata ornata en Terrapene ornata luteola de mogelijkheid tot winterslaap bij een temperatuur van 5-13 °C.

Bij temperaturen onder de 19 °C kunnen de dieren minder goed voedsel verteren. Houdt deze temperatuur langer aan dan zullen de dieren minder eetlust krijgen maar nog wel actief blijven. Hierdoor kunnen de dieren verzwakt raken. Het is dan zaak de temperatuur verder te verlagen zodat de dieren zich meer en meer gaan terugtrekken in de ondergrond. Sommige dieren geven daarbij de voorkeur aan een houtsnippergedeelte, anderen zitten liever in het gedeelte met vochtigere tuinturf. Bij de aangegeven temperatuur wordt er overwinterd van november tot eind februari/begin maart. Diverse bronnen op internet raden af Terrapene carolina major in winterslaap te doen maar de ervaring leert dat het in gevangenschap wel kan.

Terrapene carolina bauri, Terrapene carolina major, Terrapene carolina mexicana en Terrapene carolina yucatana houden in de natuur geen winterslaap maar een winterrust. Zij komen uit een omgeving die een relatief constante temperatuur heeft maar waar er wel vochtige dan wel wat drogere jaargetijden zijn. De dieren hebben dan minder eetlust en zijn wat slaperig maar lopen nog wel af en toe rond.

Er zijn vanuit de literatuur geen gegevens bekend over een mogelijke winterslaap of winterrust door Terrapene coahuila, Terrapene nelsoni nelsoni en Terrapene nelsoni klauberi.

Dieren per oppervlakte

Uit de natuur is niet bekend hoeveel dieren er per m2 leven. In gevangenschap bedraagt de gewenste minimale omvang van het terrarium 0,5 m2. Per individueel volwassen dier wordt aanbevolen minstens 0,5 m2 aan te houden. In het algemeen geldt: hoe meer ruimte, des te beter.

Richtlijn: een verblijf voor volwassen dieren dient op z’n minst 0,5 m2 groot te zijn. Een volwassen dier dient over minimaal 0,4 m2 ruimte te beschikken.

Geslachtsonderscheid

Man:

  • langgerektere vorm van het carapax;
  • grover gebouwd (bredere kop, grotere achterpoten);
  • cloaca buiten of op de rand van het plastron;
  • vaak mooiere kleuring van huid op de kop en poten;
  • vaak licht tot knalrode ogen.

Vrouw:

  • bollere vorm van het carapax;
  • vaak geelbruine tot bruinrode ogen.

Wetgeving

Terrapene spp staat op Appendix II van het CITES-verdrag en op bijlage B van de Europese lijst. Dit betekent dat dat de soort overgedragen mag worden mits gekoppeld aan een overdrachtsverklaring waarop de legale herkomst van het dier en de ouderdieren wordt verantwoord.

Voortplanting

Omdat in gevangenschap per definitie de leefruimte per dier kleiner is dan in de natuur, is het belangrijk dat mannetjes apart gehouden worden. Dit om vrouwtjes rust te geven en te beschermen tegen overijverige mannetjes. Belangrijk is dat er een geschikte locatie voor ei-afzet beschikbaar is, om legnood te voorkomen. Een geschikte locatie is een plek die minstens zo diep als het dier lang is.

Kweeksucces: Terrapene ssp wordt succesvol gekweekt door leden van de NBSV.

Richtlijn: houd mannelijke dieren apart, op korte perioden voor de paring na.

Richtlijn: zorg voor een geschikte aflegplek voor eieren als er vrouwtjes zijn.

Opgroei nakweekdieren

Richtlijn: bied gevarieerde dierlijke en plantaardige voeding en zorg voor vitaminen en mineralen.

Jonge dieren hebben de eerste maanden dagelijks voedsel nodig. In eerste instantie zal dat levend voer zijn, zoals pissebedjes, kleine naaktslakjes en stukjes regenworm. Als de jonge dieren goed eten, kan ook gedacht worden aan JBL Agil korrels, gele kiwi, mango. Bied daarnaast kalk aan in de vorm van sepia. Na de eerste paar maanden kan het eten bij goed groeiende dieren af en toe een dag worden overgeslagen en uiteindelijk kan meer en meer worden overgegaan op het voedsel en de frequentie van voederen zoals bij de volwassen dieren.

Richtlijn: bied nakweekdieren een vochtige omgeving aan. Dit geldt met name in de eerste vier jaar van hun leven wanneer zij de meeste groei laten zien. Een vochtige omgeving kan worden gecreëerd met een bodembedekking van mos.

Vochtige omgeving met mosAfbeelding 12: vochtige omgeving met mos.  Bianca Kramer

Richtlijn: zorg voor voldoende schuilmogelijkheden.

Dit kan worden gecreëerd met mos, maar ook door bijvoorbeeld een stuk kurkschors.

Richtlijn: bied een omgeving aan waarin zowel warme als koude plekken te vinden zijn.

Dit kan worden gecreëerd met een warmtemat onder een gedeelte van het verblijf of met een warmtelamp. Als de verlichting uitgaat dient de temperatuur niet onder de 20 °C te zakken.

Richtlijn: bied alleen een winterslaap aan bij dieren die in optimale lichamelijke conditie zijn.

Dieren die nog geen drie jaar oud zijn, zijn zodanig kwetsbaar dat een winterslaap niet aan te raden is. Voor oudere halfwasdieren kan een verkorte winterslaap worden overwogen.

Richtlijn: vorm groepjes op basis van grootte en agressie.

Als dieren te veel verschillen in karakter of grootte kan dit ten koste gaan van het kleinere, minder agressieve dier. Het is dan veiliger om de dieren uit elkaar te halen en apart op te groeien.

Richtlijn: zorg ervoor dat de nakweekdieren dagelijks en gemakkelijk toegang hebben tot schoon drinkwater.

Om zeker te stellen dat de dieren voldoende drinken kan het de eerste maanden nodig zijn de jongen actief in het water te zetten.

Richtlijn: zorg ook bij jonge dieren voor UV(B)-straling.

In de natuur hebben de jonge dieren een veelal verborgen levensstijl. Ook in gevangenschap blijven de dieren verstopt in het mos en wordt de zon met name door de wat grotere exemplaren en alleen in de ochtend of namiddag opgezocht. Dagelijkse blootstelling aan UV(B) straling lijkt voor jonge dieren daarmee niet noodzakelijk. Wel wordt aangeraden om de dieren waar mogelijk aan zonlicht bloot te stellen of ten minste wekelijks UV(B) straling aan te bieden.

Voedsel

In de natuur eten doosschildpadden alles wat ze kunnen vangen (reptielen, amfibieën en andere kleine dieren, eieren, aas, regenwormen, slakken, insecten). Daarnaast bessen en vruchten, inclusief die van de cactus en paddenstoelen.

Richtlijn: bied gevarieerde in gevangenschap dierlijke en plantaardige voeding en zorg voor vitaminen en mineralen.

Volwassen dieren hebben niet elke dag voedsel nodig, drie keer per week is voldoende. De dieren hebben een voorkeur voor dierlijk voedsel, met name levend voer als regenwormen, huisjes- of naaktslakken en pissebedden. Babymuizen en mager rundvlees of gekookte kip, vis en garnalen kunnen ook worden gegeven. Andijvie en wortel of paardenbloem zijn over het algemeen niet favoriet maar worden wel gegeten indien gemengd met vlees. Wissel de eiwitrijke vlees- en visdagen af met fruitdagen. De dieren kunnen kieskeurig zijn maar mango, gele kiwi, blauwe bessen, rode bessen, aardbeien, banaan en tomaat worden meestal wel geaccepteerd. Sepia en eischalen worden ook graag gegeten, met name door de vrouwtjes en jonge dieren.

Ziekte

Raadpleeg in geval van twijfel altijd een reptielenarts. Op nbsv.nl vind je een overzicht van gespecialiseerde reptielenartsen. Een gezonde schildpad is actief, kijkt goed uit de ogen, eet en heeft geen snotneus. Ga niet zelf zitten dokteren. Geef een ziek dier in ieder geval voldoende warmte en incidenteel een lauw badje om de darmen te legen. Vang ontlasting op en neem dit mee naar de reptielenarts voor onderzoek naar bijvoorbeeld parasieten of wormpjes.

Doosschildpadden zijn gevoelig voor oorontstekingen, vaak het gevolg van een vitamine A-tekort, maar ook wel door vuil water. Een vitamine A-tekort kan worden vergezeld door dicht zittende opgezwollen oogleden en een luchtweginfectie met helder slijm uit de neus. Het dier wordt apathisch en zal zich terugtrekken. Mogelijk ook zijn er kraakgeluiden te horen en komt er schuim uit de bek. Neem direct contact op met een dierenarts die ervaring heeft met schildpadden.

Terrapene carolina carolina man met oorontstekingAfbeelding 13: Terrapene carolina carolina man met oorontsteking.  Bianca Kramer

Download deze richtlijn in pdf-formaat.