NSV Beschermingsproject 2008 – de Egyptische landschildpad (Testudo kleinmanni)
In Trionyx nummer 5 heb ik in de rubriek "Met het oog op bescherming" onder andere geschreven over de kritieke situatie in het wild van de Egyptische landschildpad. Ik stelde tevens voor voor het jaar 2008 nogmaals deze soort tot beschermingsproject van het jaar te kiezen. Verheugend is dat met dit voorstel is ingestemd.
Naast de reeds genoemde maatregelen tot ex situ bescherming, de zogenaamde "assurance colonies" is bescherming in het wild ontzettend hard nodig. Nadat aanvankelijk was vastgesteld dat de soort in Egypte volkomen was uitgestorven, zijn toch nog dieren waargenomen in de Zaranik Protected Area (ZPA) in het oosten van het oorspronkelijke verspreidingsgebied. Het betreft hier echter een gering aantal dieren die ook in dit gebied worden bedreigd door overbegrazing en landbouwactiviteiten door de locale bevolking.
Leden de bedoeïenenstammen voorheen een voornamelijk trekkend bestaan, nu echter zijn de ca. 1400 leden van de lokale Sweirki stam min of meer genoodzaakt binnen het gebied een permanent bestaan te leiden. Zij leven van landbouw en veeteelt doch hebben de afgelopen jaren ook grote aantal landschildpadden verzameld voor verkoop op lokale markten en in de grote steden in Egypte.
Zoals al bij een aantal natuur- en soortbeschermende in situ maatregelen is gebleken ,is betrokkenheid van de lokale bevolking onontbeerlijk. Het vanuit ons rijke westen beschermingsmaatregelen ontwikkelen en opleggen zonder dat die lokale bevolking er enig voordeel van ziet, leidt tot mislukking. Het is van belang die bevolking de waarde van hun natuurlijke hulpbronnen te laten inzien en te laten exploiteren.
Ook in de Zaranik Protected Area is nu een project in ontwikkeling om de in 2003 herontdekte dieren in omheinde gebieden te beschermen en te laten fungeren als onderzoeksdieren. De hulp van de lokale bevolking is ingeschakeld en dat blijkt bijzonder goed te functioneren.
Enkele jaren geleden trof ik in de Londense metro een enorm reclamebord aan met de tekst "Never underestimate the importance of local knowledge" en dit begrip wordt thans ook in Egypte erkend. Op dit moment zijn drie leden van de Sweirki stam opgeleid tot ranger, zeg maar bewaker van de schildpadden in het gebied dat 250 km2 groot is en voornamelijk uit zandduinen bestaat. Deze zogenaamde "research technicians" verzamelen 10 dagen per maand alle relevante informatie van de schildpadden door ze te volgen door middel van spoorzoeken. Gegevens als microklimaat en andere klimaatsgegevens, voedselplanten, voortplantingsgedrag en de plaats waar de dieren zich bevinden, wordt bepaald door gebruik te maken van GPS apparatuur. De aangetroffen dieren worden permanent gemerkt en gevolgd en geregeld gemeten en gewogen. Het gebruik van radiotelemetrie is hierdoor niet nodig hetgeen kostenbesparend werkt en de mensen werk oplevert. De bedoeïenen werken met eenvoudige tekens die worden opgetekend. De maten en gewichten van de gevolgde dieren kunnen op termijn worden gebruikt om vast te stellen of de dieren zich in het gebied staande kunnen houden. De verzamelde informatie kan ook dienen tot het vaststellen van een bepaalde populatiedichtheid.
Ook wordt door de vrouwen van de stam allerhande borduurwerk vervaardigd dat in dorpen en steden in de regio onder ander ook aan toeristen wordt verkocht, hetgeen ook een bron van inkomsten betekent.
Op dit moment zijn drie gebieden in het oorspronkelijke leefgebied in het reservaat omheind. Elke omheining meet 100 x 100 meter. Twee verdere omheinde gebieden zijn gepland. Hierdoor kan een groter aantal schildpadden worden bestudeerd en kunnen meer belangrijke gegevens worden verzameld.
Het project wordt geleid door Sherif Baha el Din en Omar Attum. De laatste is een in de VS wonende Amerikaan van Egyptische afkomst en is werkzaam aan de Purdue Universiteit in de VS die het project ook ondersteunt. Beiden en Sherifs echtgenote Mindy hebben een goede relatie met de lokale bevolking en hebben onlangs een uitgebreid artikel geschreven over het project met een van de bedoeïenen als coauteur in het toonaangevende tijdschrift Zoo Biology.
Door de brede aanpak met daarbij het bewustwordingsproces als belangrijke peiler heeft het beschermingsproject grotere kansen van slagen. Het biedt de Egyptische landschildpad in een beschermd gebied als de Zaranik Protected Area grotere kansen aldaar te overleven, verschaft veel belangrijke informatie over deze tot nu toe nauwelijks in het wild bestudeerde schildpadsoort en geeft de lokale bevolking betere bestaansmogelijkheden.
Door gebruik te maken van schildpadden afkomstig uit ex situ populaties willen Baha El Din en Attum aantonen dat informatie verzameld over deze dieren goed te gebruiken is bij herintroductieprogramma's.
Vanaf deze plek zal ik de NSV leden geregeld op de hoogte houden van de voortgang van het project en daarmee de besteding van de door de leden samengebrachte giften. Het project heeft nu en goede start gemaakt en het is van groot belang dat opleiding en betaling van de lokale rangers en uitbreiding van omheinde beschermde gebieden ook blijvend gefinancierd kunnen worden.
Nog steeds worden Egyptische landschildpadden uit het verspreidingsgebied veelal illegaal geëxporteerd. De laatste jaren voornamelijk uit Libië. Wanneer niet in dit land alsmede in de importerende landen een goede handhaving en controle van de wetgeving worden uitgevoerd, zal ook hier de situatie van de soort kritiek worden. De ervaringen met herintroductie programma's opgedaan zoals boven omschreven in Egypte zullen dan mogelijk in Libië kunnen worden gebruikt. Het nu gestarte Egyptische project moet dan ook worden gezien als lange termijn bescherming van de Egyptische landschildpad.
Literatuur
Attum, Omar, Mindy Baha El Din, Sherif Baha El Din and Suliman Habinan. 2007.
Egyptian Tortoise Conservation: A community-based, Field Research Program Developed From a Study on a Captive Population. Zoo Biology 26: 397-406.
Zwartepoorte, Henk. 2007. NSV Beschermingsproject 2008. Trionyx 5 (5): 146-147.
Henk Zwartepoorte