Beschermingsproject voor de Egyptische landschildpad (Testudo kleinmanni) in Egypte.
De Egyptische landschildpad is een van de kleinste landschildpaddensoorten. Was deze soort zo rond de eind jaren 70 nog een vrij onbekende in de wereld van schildpaddenliefhebbers, in de jaren 80 en 90 werd zij in grote aantallen in de dierenhandel aangetroffen. Hiermee heeft de soort in belangrijke mate haar bedreigde status verkregen door toedoen van die internationale dierenhandel. Voor grote aantallen andere soorten schildpadden geldt dat inkrimping en verdwijnen van leefgebied, intensivering van de landbouw, verstedelijking en consumptie door de mens een enorm negatief effect hebben op schildpadden populaties. Naast de grote toename van vangst voor de dierenhandel heeft de Egyptische landschildpad ook wel te lijden onder landbouw en veeteelt. De grote kudden geiten, schapen en zebu’s zijn voedselconcurrenten.
De soort komt voor in een smalle kuststrook aan de Middellandse Zee in Egypte, Libië en Israel. Thans kan worden gesteld dat in Egypte de soort nagenoeg is uitgestorven. Internationaal geniet zij de CITES status kritiek bedreigd. Sinds de soort internationale bescherming geniet, zijn in vele Europese landen dieren in beslag genomen onderweg van Egypte naar de EU. Met name landen rond de Middellandse Zee zijn doorvoerlanden naar o.a. Nederland en Duitsland. Doch ook in Egypte zijn dieren in beslag genomen. Het feit dat de soort ter plekke bescherming geniet, is positief, doch veelal betekent dat niet dat vangst nu opgehouden is. Nog steeds worden dieren op markten in Caïro aangeboden. Uit buurland Libië worden dieren naar Egypte geëxporteerd en ook uitvoer direct vanuit Libië naar Europa vindt plaats. Van uitvoer vanuit Israël zijn geen gegevens bekend, doch gezien de strenge militaire controle in het gebied waar de soort voorkomt lijkt dit ook niet aannemelijk. Soortenbehoud en natuurbescherming hebben in Arabische landen geen hoge prioriteit en zeker in het Midden Oosten is dat ook wel min of meer logisch te noemen. Men heeft daar immers andere problemen.
Dat nu toch in Egypte initiatieven zijn ontwikkeld om daadwerkelijk iets aan de kritieke situatie voor de soort te doen, is verheugend. Een aantal jaren geleden al zijn in beslag genomen dieren ondergebracht op een dak van een groot gebouw in de Egyptische hoofdstad Caïro. Die dieren zitten er nu nog steeds, maar daar komt wellicht verandering in. De laatste tijd heb ik een goed contact opgebouwd met Omar Attum. Deze in de VS wonende Egyptenaar houdt zich in zijn moederland al geruime tijd bezig met het ontwikkelen van beschermingsinitiatieven. Hij werkt hierin samen met Sheriff Baha el Din en diens echtgenote Mindy. Het echtpaar Baha el Din heeft in de jaren 90 het Testudo kleinmanni project CARE ontwikkeld en samen met Omar Attum hebben zij intensief veldonderzoek verricht en enkele interessante publicaties doen verschijnen. Op een NBSV-landdag is hiervan ooit door Esther Wenman van de London Zoo verslag gedaan.
In augustus 2006 ontmoette ik Omar Attum op een TSA congres in St. Louis/VS waar we de mogelijkheden van een beschermings-/herintroductieprogramma hebben besproken. Er zijn reeds enkele kleine onderdelen van een groter plan uitgevoerd. Met name het betrekken van de lokale bevolking is een zeer interessant en gewenst gegeven. Zonder hen heeft bescherming duidelijk minder kans van slagen. Ook worden dieren uitgerust met zenders en gevolgd; dit alles in een klein gebied in Noord-Egypte, dat als restpopulatie kan worden aangemerkt. Verder zijn er plannen voor een zogenaamd “soft release” project. We moeten hierbij denken aan het geleidelijk vrij laten van dieren vanuit een omheind gebied. Het gaat hierbij om in beslag genomen dieren die al in Egypte zijn; te denken valt aan de dieren op het dak in Caïro. Dit omheinde, bewaakte gebied met daarin een gebouwtje met binnenverblijven voor de eerste opvang dat ook als een soort rangerpost kan worden gebruikt, moet nog aangewezen en aangelegd worden. Van deze dieren zal ook weer een deel met zenders worden uitgerust waardoor zij door de plaatselijke rangers kunnen worden gevolgd en bewaakt. Die bewaking heeft nu al zijn vruchten afgeworpen. Verder kunnen de dieren ook worden gevolgd en geobserveerd waarmee belangrijke informatie als fourageer- en voortplantingsgedrag kan worden vergaard.
U zult begrijpen dat voor dergelijke programma’s in het land zelf geen geld door de overheid wordt vrijgemaakt. Zoals ik al zei men heeft andere prioriteiten. Gezien de kritieke status in het wild zijn ex situ fokprogramma’s als het EAZA EEP (European Endangered species Programme) en het ESF stamboek van groot belang om een zogenaamde “assurance colony” op te bouwen. Gedurende de laatste jaren is een kleine vooruitgang zichtbaar in de kweekresultaten in beide programma’s. Mogelijk dat vanuit die “assurance colonies” in de toekomst dieren in het wild kunnen worden geherintroduceerd. Dit alles uiteraard na gedegen onderzoek en onder strikte IUCN richtlijnen voor herintroductie en alleen wanneer bescherming in het gebied kan worden gegarandeerd.
Binnen het ESF stamboek is al een klein bedrag bij elkaar gespaard om dit project te kunnen bekostigen. Dit bedrag wordt opgebracht door de “verkoop” van stamboekdieren. Met name een kweker heeft de laatste tijd zijn nakweekdieren binnen het ESF stamboek/fokprogramma in fokleen aan derden binnen het stamboek overgedragen onder voorwaarde dat een bedrag voor een beschermingsproject wordt betaald. Zo worden bij “verkoop” de dieren betaalbaar aangeboden en er komt geld beschikbaar voor behoud van de soort. Verheugend is voorts het feit dat het NBSV-bestuur mijn voorstel de bescherming van Testudo kleinmanni in Egypte in 2007 tot jaarlijks conservation project te kiezen, heeft gehonoreerd. Ik hoop dat u net als bij voorgaande NBSV-projecten uw financiële steun aan dit project geeft waardoor de eerste stappen kunnen worden genomen om de Egyptische landschildpad populatie een kans te geven zich te herstellen, en waardoor mogelijk andere sponsors zich bij dit NBSV initiatief zullen aansluiten.
Laten we deze kleine Egyptische schoonheid een kans tot overleven geven, want Testudo kleinmanni hoort bij Egypte als Cleopatra.
Henk Zwartepoorte,
NBSV Turtle Conservation Officer